De visie van het groene warmtenet van Warmtebedrijf Ede: In de toekomst gaan we een mix gebruiken van verschillende, duurzamere bronnen tot alleen op de piek nog lokale houtresten worden verstookt. Daar wordt hard aan gewerkt, maar op pragmatische wijze, zegt directeur Valentijn Kleijnen in een uitgebreid interview met Energeia. In 2013 is het bedrijf opgericht. Het bedrijf begon met één bio-energieinstallatie, en is uitgegroeid naar zes installaties, telkens aangepast met de ervaringen van de vorige installatie. Hieronder de belangrijkste delen uit het interview.

 

Stikstof

Warmtebedrijf Ede verscheen eerder in het nieuws doordat in de gemeente de discussie over fijnstof en uitstootnormen hoog opliep, en daarbij gewezen werd naar enkele incidenten bij de biomassa-installaties van de warmteleverancier. Het klopt dat daar dingen zijn mis gegaan, erkent Valentijn Kleijnen, directeur van het Warmtebedrijf. “Echter, de installaties functioneren goed (van KARA, red.). Wij investeren elk jaar in innovatiemaatregelen die het rendement verbeteren en de uitstoot verminderen. Innoveren gaat soms mis. Maar dan gaan we aan de slag en ontwikkelen we iets dat het wel goed doet. Onze stikstofuitstoot is bij de nieuwe ontwerpen bijna nul.”

 

Houtige biomassa

Warmtebedrijf Ede koos oorspronkelijk vooral voor de inzet van houtige biomassa. Valentijn Kleijnen benadrukt dat het om lokaal snoei- en houtafval gaat, dat wil zeggen, takken en bomen uit bermen, plantsoenen en bossen die maximaal van 150 kilometer wegkomen. “Het is ongelooflijk wat een hoeveelheid houtige biogrondstoffen gemeente Ede per jaar inzamelt. Die wordt nu nuttig toepast in het lokale energiesysteem. Anders was het gecomposteerd of geëxporteerd en was de CO₂ op die manier vrijgekomen.”

 

Hybride warmtesysteem met meerdere bronnen

Maar verbranding van biogrondstoffen is zeker niet het eindstation. Het Warmtebedrijf Ede heeft een strategische visie die gaat uit van het koppelen van verschillende bronnen. Toegang tot een geothermiebron is op komst na de toewijzing van een opsporingsvergunning, en ook is het warmtebedrijf bezig met restwarmte en zonne-energie. “Maar we hebben soms te maken met een piekvraag, dan kan niet ineens de geothermiebron worden opgeschaald. Op zulke momenten is de verbranding van biogrondstoffen nodig. Het doel is verdringing van biogrondstoffen door andere bronnen”, legt Kleijnen uit. Zijn installaties leveren naast warmte ook elektriciteit. “We leveren alleen de hoeveelheid energie die wordt gevraagd. Daarom werken we met kleinere units, dan kun je op- en afschalen. Als wij aardwarmte hebben, zet ik een biogrondstoffencentrale uit. In de zomer staan de meeste installaties sowieso uit, dan is alleen warm tapwater nodig.”

 

Netwerk van de toekomst

“Hoe groter het netwerk, hoe meer slimme en duurzame koppelingen je kunt maken”, zegt de directeur, die met groot enthousiasme zijn visie ontvouwt. “Het netwerk van de toekomst combineert de kracht van alle technieken. Die zijn dan elk op haalbare en inzetbare schaal, en dat is bijna per definitie ook de betaalbare schaal. Geen enkele techniek is ‘goed’, als je het helemaal afpelt en alle eisen en consequenties meeneemt. Maar ik zie op lange termijn de combinatie als de oplossing voor Nederland. Als we op haalbaar en betaalbaar niveau vooruitgaan, dan gaan de economische ontwikkeling en de transitie gelijk op, en er volgen economische baten. Het hoeft de samenleving geen pijn te doen.”

Video over warmtebedrijf Ede (2017)
Hout genoeg voor warmtebedrijf Ede (2018)

 

Met dank aan Energeia.