Cascaderen staat voor het optimaal gebruiken van een grondstof. Dat kan door het materiaal een lang en goed economisch bestaan te gunnen. Een plank uit een gekapte boom kan meerdere mensenlevens mee door recycling. Uiteindelijk eindigt de plank pas na 120 jaar in een verbrandingsoven. Hierdoor kan een maximale economische waarde worden toegevoegd aan een grondstof met minimale hoeveelheid! BTG heeft aan de hand van casestudies geanalyseerd hoe cascadering in de houtsector verloopt. Bijvoorbeeld bij de productie van pallets en bij skeletbouw bij huizen. Steeds worden de effecten bekeken van het vergroten van de inzet van hout als vervanger van een andere grondstof en van het recyclen van het hout of het houten product.

Normaal gesproken komt de bio energiesector pas bij de allerlaatste fase van cascadering in beeld: de verbranding en de omzetting naar energie. Door het hout zo lang mogelijk in gebruik te houden, wordt weliswaar de energieproductie uitgesteld, maar ook de uitstoot van CO2. Koolstof blijft lang gebonden in het economisch bestaan en broeikasgassen komen zo pas laat terug in de atmosfeer. En dat is goed. Daarom draag cascaderen van hout bij aan een duurzame energieproductie. Het is belangrijk voor de bio-energiesector om goed te begrijpen wat de belangrijke factoren zijn bij cascadering en hoe materiaalgebruik zich verhoudt tot de inzet als brandstof.

Voor de materialensector is het belangrijk te beseffen dat niet iedere biomassastroom geschikt is voor materiaaltoepassing. Ook de marktsituatie voor energie- en materiaaltoepassingen kan per land erg verschillen. Daarom is directe energietoepassing ook belangrijk, waarmee op korte termijn emissiereducties worden bereikt. Of zoals Martijn Vis, de schrijver van het onderzoek, zegt: “Cascaderen kan de strijd tussen materiaal- en energietoepassingen van hout op vreedzame wijze oplossen.”